Tranen als taal van het hart
Huilen is een universeel gebaar. Het doorkruist alle tijden, culturen en talen. In de Bijbel zijn tranen veel meer dan een simpele uiting van pijn of verdriet. Ze worden een volwaardige taal, een hartenkreet die God begrijpt. Ze worden nooit geminacht of genegeerd. Integendeel, ze worden verwelkomd, opgevangen, soms zelfs getransformeerd.
In het boek Psalmen komen tranen vaak voor. De psalmist huilt om zijn eenzaamheid, zijn fouten, onrecht, verlies, angst. Hij zegt: "U telt mijn zwerftochten; mijn tranen verzamelt u in uw wijnvat; zijn ze niet geschreven in uw boek?" (Psalm 56:9). Dit krachtige beeld onthult ons een God die niets in ons leven verloren laat gaan, zelfs geen traan.
De tranen van Bijbelse figuren
De grote Bijbelse figuren huilden allemaal wel eens. David, een machtige koning en een man naar Gods hart, huilde bij de dood van zijn zoon Absalom. Hij verbergt zijn verdriet niet. Zijn tranen waren openbaar, intens, menselijk. Jeremia, de profeet, heeft de bijnaam "de profeet van de tranen". Hij huilt om zijn volk, om Jeruzalem, om het kwaad dat hij ziet en om de vernietiging die op handen is.
Zelfs sterke mannen, zelfs profeten, huilen. Hun tranen zijn geen teken van zwakte, maar van spirituele gevoeligheid. Huilen is liefhebben. Huilen is openstaan voor anderen, voor God, voor het lijden van de wereld. In het Boek Tobit huilen Tobit en Sara, elk in hun eenzaamheid en verdriet, in stilte. En God hoort. Hij stuurt de engel Rafaël, wiens naam "God geneest" betekent. Tranen vragen om genezing.
Jezus en menselijke tranen
Jezus huilt zelf ook. Hij kijkt niet weg van de pijn. Hij blijft niet onbewogen. Als hij Maria ziet huilen over de dood van haar broer Lazarus, is hij ontroerd. Hij huilt ook. Dit moment, zo eenvoudig, zo menselijk, is diep ontroerend. De Zoon van God, degene die Lazarus uit de dood zal opwekken, begint te wenen met degenen die wenen. Hij deelt hun verdriet voordat Hij het transformeert.
Dit gebaar zegt veel over Jezus' hart. Hij heeft geen haast om een wonder te verrichten. Hij treedt eerst binnen in het lijden, neemt het in zich op. Hij laat ons zien dat tranen hun plaats hebben, zelfs als er hoop is. Later, toen hij Jeruzalem naderde, huilde hij over de stad. Hij weent om de gesloten harten, gemiste kansen en afgewezen liefde. Zijn tranen worden gekenmerkt door diepe droefheid, maar ook door immense liefde.
Tranen in gebed
Tranen kunnen gebed worden. Als woorden tekortschieten, als de pijn te groot is, kunnen tranen voor ons spreken. Samuels moeder, Anne, bidt in stilte, haar lippen bewegen, haar ogen staan vol tranen. De priester Eli denkt dat ze dronken is, maar ze antwoordt: "Ik ben een treurende vrouw, ik stortte mijn ziel uit voor de Heer." En God verhoort haar gebed.
In christelijke spirituele tradities worden bepaalde tranen "tranen van berouw" genoemd: tranen die voortkomen uit een hart dat geraakt is door Gods liefde, door een besef van zijn barmhartigheid. Dit zijn geen tranen van verdriet, maar tranen van ontwaken, van terugkeer, van genade.
Vruchtbare tranen
Tranen in de Bijbel zijn nooit nutteloos. Ze hebben een mysterieuze vruchtbaarheid. Psalm 126 maakt dit duidelijk: "Zij die zaaien in tranen zullen oogsten in zang." Zelfs het huilen van Christus aan het kruis, vermengd met zijn bloed, is een bron van opstanding. De stilte van Stille Zaterdag, het huilen van de discipelen, de ontreddering van Maria, vinden hun antwoord op Paasmorgen. Vreugde komt niet in plaats van tranen, maar erdoorheen. Het menselijk hart is door beproevingen gevoeliger, opener en ontvankelijker geworden.
Conclusie
Tranen worden in de Bijbel nooit veracht. Ze worden gezien, gehoord, verzameld. Ze drukken alles uit wat het hart niet kan zeggen. Ze kunnen het begin zijn van genezing, van een terugkeer naar God, van innerlijke transformatie. Huilen is een diepgaande dialoog aangaan met Degene die ons beter kent dan wijzelf. En op een dag zal God, zoals in Openbaring wordt beloofd, elke traan van onze ogen afwissen. Hij zal ze niet laten verdwijnen alsof ze nooit hebben bestaan, maar hij zal ze teder in zijn handen nemen, als een kostbare schat.