Een universele spirituele ervaring
Bij bijna elke geloofsreis komt er een moment waarop het gevoel van Gods aanwezigheid verdwijnt. Het hart wordt droog. Het gebed lijkt leeg. Stilte neemt het over. Wat eens de ziel beroerde, doet dat niet meer. God lijkt ver weg, of zelfs afwezig. Deze ervaring is geen anomalie. Het maakt deel uit van de reis. En toch kan het verontrustend, pijnlijk en zelfs beangstigend zijn.
Dit gevoel van leegte, deze indruk dat God niet meer reageert, heeft een naam in de spirituele traditie: droogte. De grootste gelovigen zijn er doorheen gegaan. Zelfs Jezus, aan het kruis, roept uit: "Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?" Deze schreeuw herinnert ons eraan dat dit lijden kan worden bewoond door geloof. En dat het niet het einde is van de dialoog met God, maar vaak een nieuw begin.
God is geen emotie
In onze wereld die wordt gekenmerkt door directheid, moeten we vaak voelen, begrijpen en zien om te kunnen geloven. Maar God is geen gevoel. Hij is een diepere aanwezigheid. Als bidden geen troost meer brengt, betekent dat niet dat God zich heeft teruggetrokken. Soms is het zelfs een teken dat Hij ons laat groeien.
Er is een verschil tussen God voelen en in God geloven. Echt geloof is niet gebaseerd op emoties, maar op geworteld vertrouwen. Net als in een volwassen liefdesrelatie zijn er perioden waarin we niets bijzonders voelen, maar waarin de liefde voortleeft in eenvoudige gebaren, in trouw, in stille aanwezigheid. Hetzelfde geldt voor God.
Trouw blijven in stilte
Wanneer we God niet meer voelen, is de verleiding groot om met alles te stoppen. Om het gebed, de mis en de sacramenten op te geven. Maar juist dan wordt trouw waardevol. Doorgaan ondanks de leegte is een daad van pure liefde stellen. Een gebed zonder troost is soms waardevoller dan een gebed met enthousiasme.
De heilige Thérèse van Lisieux zei altijd: "Als ik niets voel, doe ik alsof ik geloof." Dit is geen hypocrisie, het is een naakt geloof, dat meer gebaseerd is op de wil, op het verlangen naar God dan op het gevoel.
Op een andere manier naar God zoeken
Wanneer de gebruikelijke manieren geen vruchten meer afwerpen, is dat misschien een gelegenheid om andere manieren te ontdekken om een relatie met God aan te gaan. Door stille contemplatie. Door biddend de Bijbel te lezen. Door anderen te dienen. Door te wandelen in de natuur, te luisteren naar schoonheid, een eenvoudig woord te verwelkomen.
God laat zich vaak benaderen als we ophouden hem nadrukkelijk te zoeken, als we ermee instemmen hem niet te controleren, hem niet altijd te voelen. Hij geeft zichzelf in het gewone, in kwetsbaarheid, in kleine gebaren die met liefde worden gemaakt. Gods stilte is niet noodzakelijk een weigering. Het kan een uitnodiging zijn om dieper het mysterie binnen te gaan.
Blijf niet alleen in beproeving
Het is ook belangrijk om te praten over wat je ervaart. Geestelijke droogte kan isolerend werken. We kunnen denken dat we de enigen zijn die dit meemaken, dat ons geloof ziek is of zelfs verloren. In werkelijkheid maken veel mensen dit mee. Erover praten met een priester, een gelovige vriend of een geestelijk verzorger kan bevrijdend en geruststellend zijn.
Horen dat anderen het ook hebben meegemaakt, dat het niet betekent dat God ons in de steek heeft gelaten, kan ons nieuw leven inblazen. Soms kan een simpel woord een verborgen vlam weer doen oplaaien. En geloof, zelfs gereduceerd tot een klein vlammetje, kan de nacht doorstaan.
Gods trouw hangt niet af van onze gevoelens
God is niet alleen trouw als we Hem dichtbij voelen. Hij is altijd trouw. Zelfs in stilte. Zelfs in afwezigheid. Zelfs in twijfel. Hij blijft liefhebben, dragen en diep genezen. Hij wordt ons nooit moe. En vaak realiseren we ons pas achteraf dat hij er was, aanwezig, handelend in de schaduw.
De spirituele nacht is geen mislukking. Het is een doorgang. Een verwijdering. Een zuivering. Wat we verliezen aan emotie, kunnen we winnen aan diepte. God is geen vuurwerk. Hij is een innerlijk vuur, discreet, maar in staat om het hele leven te verwarmen.
Conclusie
Wanneer we God niet meer voelen, moeten we niet vluchten. Je moet blijven. Je moet wachten. Vertrouw op de kleine loyaliteiten van alledag. Weet dat geloof niet wordt afgemeten aan wat je voelt, maar aan wat je kiest. En te geloven dat zelfs in stilte, zelfs in leegte, God aan het werk is. Hij graaft een grotere ruimte in ons om zichzelf op een andere manier te geven. Met geduld. Met tederheid. Op zijn eigen manier.