Het derde vreugdevolle mysterie van de rozenkrans is de Geboorte, de geboorte van Jezus in een nederige grot in Bethlehem. Deze gebeurtenis, die centraal staat in het christelijk geloof, wordt verteld in de evangeliën van Lucas en Matteüs. Het viert de incarnatie van de Zoon van God en markeert een moment van grote vreugde en hoop voor de mensheid.
In die tijd verordende keizer Augustus een volkstelling in het hele Romeinse Rijk, waarbij iedereen naar zijn eigen stad moest gaan om geregistreerd te worden. Jozef, een timmerman uit Nazareth in Galilea, stamde af van de lijn van David. Dus vertrok hij met Maria, zijn zwangere verloofde, naar Bethlehem, de stad van David.
Toen ze aankwamen, was het druk in de stad vanwege de volkstelling en konden ze geen plaats vinden in de herbergen. Uiteindelijk moesten ze schuilen in een grot, die van oudsher werd gebruikt als stal voor dieren. In deze nederige, rustieke omgeving beviel Maria van haar eerstgeboren zoon. Ze wikkelde hem in doeken en legde hem in een kribbe, omdat er in de herberg geen plaats voor hen was.
Die nacht waakten herders in de buurt over hun kuddes. Een engel van de Heer verscheen aan hen en de heerlijkheid van de Heer omhulde hen met licht. Ze waren erg bang, maar de engel zei tegen hen: "Wees niet bang, want zie, ik breng jullie goed nieuws van grote vreugde voor het hele volk: want voor jullie is vandaag in de stad van David een Redder geboren, die Christus de Heer is. En dit is het teken dat u wordt gegeven: u zult een pasgeboren baby vinden, gewikkeld in doeken en liggend in een kribbe."
Plotseling voegde zich een schare van de hemelse menigte bij de engel, die God loofde en zei: "Eer aan God in de hoge, en vrede op aarde aan de mensen die hij liefheeft." De herders, vervuld van vreugde en verwondering, haastten zich naar Bethlehem en vonden Maria, Jozef en de pasgeborene liggend in de kribbe. Toen ze hem zagen, vertelden ze wat hen over het kind was verteld, en iedereen die hen hoorde was verbaasd over wat de herders hun hadden verteld. Maria van haar kant herinnerde zich al deze gebeurtenissen en overwoog ze in haar hart.
De Geboorte, gevierd op 25 december, is een feest van licht en vrede. Het herinnert gelovigen eraan dat God ervoor koos om in de grootste nederigheid mens te worden en zo goddelijke liefde en verlossing naar de mensheid te brengen. Deze geboorte in een grot, ver van comfort en luxe, is een krachtig symbool van nederigheid en eenvoud. Jezus, de Verlosser, begint zijn aardse leven in bescheiden omstandigheden en laat zien dat Gods grootsheid zich vaak manifesteert in de meest gewone omstandigheden.
De Geboorte nodigt ons uit om na te denken over de diepe betekenis van Kerstmis: Gods onvoorwaardelijke liefde voor de mensheid, het belang van nederigheid en de vreugde van het verwelkomen van Christus in ons hart. Het is een oproep tot vrede, vrijgevigheid en erkenning van Gods wonderen in ons dagelijks leven.
